'Jouw oma wil je laten weten dat het niet jouw schuld is..'
Deze post is voor de man die ik toe wens dat hij accepteert, zichzelf vergeeft en weer durft te gaan voelen.
Een man in mijn omgeving heeft nog niet zo heel lang geleden iets ontzettend heftigs meegemaakt. Ik heb het dan over een gebeurtenis die een trauma kan veroorzaken. Ik raakte met deze persoon in een voor hem pittig gesprek. Hij was nieuwsgierig en wilde heel graag hulp, maar aan de andere kant was de confrontatie en de pijn door de deur op een kier te zetten (door te voelen) nog veel te heftig. Laat ik eerst benoemen dat ik geen professioneel hulpverlener ben en dat ik niet in staat ben om hem in het meest pijnlijke deel van zijn trauma te helpen. Ik ben me heel bewust van het feit dat iemand alleen geholpen kan worden als iemand dat zelf wil en dat dit bij een traumatische ervaring door een professional moet gebeuren. Mijn hulp richt zich dan ook vooral op het luisteren naar hem en het heel voorzichtig benoemen wat ik voel. Ik zoek hierbij zijn grens op wat hij aankan. Dit is voor deze persoon al spannend genoeg.
In het gesprek dat volgt voel ik dat ik een vraag moet stellen: 'Heb je de afgelopen tijd een bijzondere droom gehad?' Heb je misschien gedroomd over een overleden dierbare?' Hij antwoordt bevestigend: 'Ik heb gedroomd over mijn oma. Mijn oma stond achter mijn bed. Ik was deze droom vergeten.' Ik wist en voelde meteen wat ik mocht zeggen: 'Ik mag je vertellen dat dit geen droom was en dat je oma er echt was. Je hebt jouw oma gezien. Jouw oma wil je laten weten dat het niet jouw schuld is, dat je het niet kon veranderen. Je mag jezelf vergeven.' Ik voel dat deze boodschap heel heftig voor de man is, want hier draait het om: het zichzelf kunnen vergeven. Ik voel dat ik bijna bij zijn emotionele grens aankom voor wat hij aankan en zeg: 'Je hebt een keuze hoe je hier mee omgaat. Je leeft je leven verder zoals nu, of je gaat het aan en gaat door de pijn heen met professionele hulp. Ik ben hiervoor niet de juiste persoon. Je hebt zelf de sleutel in handen om jezelf weer beter te gaan voelen en het leven weer leuker te gaan vinden.' De man kijkt me aan en antwoordt: 'Ik weet het.'
Na het gesprek voel ik dat deze man pas weer naar mij toekomt als hij hier aan toe is. Weken gaan voorbij, totdat ik hem tegen het lijf loop. 'Kunnen we nog een keer afspreken?' vraagt hij. 'Ik vond ons gesprek heftig, maar ook heel fijn. Jij bent de eerste aan wie ik mijn verhaal toe vertrouw. Jij ziet mij en kijkt dwars door me heen. Jij luistert naar me. Ik heb over je gedroomd daarom stel ik je nu deze vraag.' 'Het klopt dat ik jou zie. Ik voel jouw pijn en hoe je vastzit, dat je graag wil, maar dat je niet weet hoe. Natuurlijk wil ik afspreken.' antwoord ik.